zondag 8 juli 2012

3D- 3. Vliegmachine

Tijdens de laatste les beeldende vorming hebben we in duo's een vliegmachine gemaakt van restmateriaal met een 'dierlijke dynamiek' in de vorm en constructie. Ik ben aan de slag gegaan met de romp en Evelien met de vleugels. We hebben geëxperimenteerd met de eigenschappen van de restmaterialen. Zo is de bolling van de fles gebruikt voor de romp, de 'open' onderkant van een eierdoos rond de fles bevestigd en een opengeknipt tuutje uit een eierdoos als snavel. Dit tuutje kom je ook nog een keer tegen in de fles. De vleugels bestaan uit ijsstokjes. Elke vleugelpen bestaat uit drie stokjes met een bocht erin, waarbij beide vleugels een andere stand hebben om de dynamiek uit te beelden. De kleuren zijn sober. Het bloemetje geeft een tropisch tintje aan het geheel.

De opdracht was om drie assemblage-technieken toe te passen zonder gebruikt te maken van lijm, plakband of nietjes. Wij hebben gekozen voor touw. Voor de vleugels zijn twee technieken gebruikt:
1. Knopen voor het samenstellen van de vleugelpennen;
2. Een touw door de gaatjes die aan het begin van iedere vleugelpen geboord zijn om de vleugels te kunnen intrekken/spreiden).
Voor de snavel die op de schenktuit van de fles staat is een derde techniek gebruikt:
3. Middels een soort trekconstructie is deze bevestigd in de fles.

We zijn tevreden met het resultaat dat we in één uur hebben neergezet.

De bedoeling van deze les was te laten zien dat beeldmateriaal ter introductie en een duidelijke opdracht voldoende zijn om leerlingen te inspireren hun eigen ideeën vorm te geven. De leerkracht laat geen voorbeeld zien van de opdracht zelf.